Goeiedag / goededag / goeiendag / goedendag
Antwoord. Al deze vormen zijn correct: goedendag, goeiendag, goeiedag en goededag. Toelichting. Van oorsprong was goedendag een woordgroep, waarin het bijvoeglijk naamwoord goede een naamvals-n had: goeden dag.Toen de woordgroep aaneengroeide tot één woord, is die naamvals-n bewaard gebleven – zowel in de vorm goedendag als in de informelere variant goeiendag.